Het is vrijdag 16u. Sabine, hoogzwanger van haar derde kindje, stuurt me dat ze lichte krampen heeft terwijl ze bij haar mama op bezoek is. En ze maakt zich zorgen, want haar man Abou is nog aan het werk in Brussel en het is net spitsuur.

Ik laat je graag meegenieten van het geboorteverhaal van Yacouba.



Wacht, misschien eerst wat meer uitleg. Want lichte buikkrampen hebben, wil natuurlijk niet zeggen dat je aan het bevallen bent. Maar als je Sabine heet en je tweede kindje werd geboren toen je net een kwartier in het ziekenhuis was, dan is het natuurlijk een ander verhaal.


Ik neem al mijn spullen klaar en vraag om me voor alle zekerheid het adres van haar mama te sturen. Want je weet maar nooit. Als die krampen toch ineens overgaan in weeën, is er niemand om haar naar het ziekenhuis te rijden. En met een weeënstorm op til, wordt berichten sturen straks ongetwijfeld moeilijker. Amper een kwartier later gaat de telefoon …


Voor we het goed en wel beseffen, staan we al op de parking van het Erasmus-ziekenhuis in Anderlecht. Sabine ging ik oppikken bij haar mama thuis, en gelukkig besloten de weeën om even te gaan liggen tijdens de rit. De adrenaline die door haar lijf gierde, zorgde voor een rustmoment, en op dit moment vindt niemand dat erg. Maar de weeën hervatten al even snel als we uit de auto stappen, waar de meest ervaren Brusselse vroedvrouw Alinoë ons al staat op te wachten.


De weg naar het verloskwartier lijkt eindeloos. Om de paar stappen moeten we halt houden terwijl Sabine een wee opvangt. Als die weer gaat liggen, maant Alinoë aan om even door te stappen, terwijl ze me een veelbetekenende blik geeft. Hopelijk raken we op tijd in de verloskamer, en kan de Abou de geboorte van zijn derde kind ook meemaken.



“Deuxième étage, salle d’accouchement, dernière chambre du couloir.” Terwijl ik Abou, de man van Sabine, telefonisch door het doolhof van het ziekenhuis leid, probeert zij op handen en knieën haar weeën op te vangen. Het gaat snel, amper een uur na die allereerste krampen gaat haar bevalling al een nieuwe fase in. Er is geen tijd voor rust, de weeën volgen elkaar heel snel op en door dat hoge tempo raakt Sabine in paniek. Een snelle bevalling kan lijken als een droomscenario, maar dit is te veel, te snel, te overweldigend. Alinoë en ik proberen rust te brengen in de storm terwijl de hormonen door Sabine’s lichaam razen. Nadat de angst stilaan weer gaat liggen, heeft ook Alinoë nieuws. Enkel nog een boordje, Sabine mag stilaan actief mee duwen om haar derde kindje ter wereld te brengen.


Bijna geruisloos komt de tweede vroedvrouw de verloskamer binnen, het geboorteteam is nu helemaal compleet. Het zoontje van Sabine is klaar om geboren te worden en de persfase gaat al even snel als de rest van de bevalling. Voor we het allemaal goed en wel beseffen, zien we een prachtig ventje ter wereld komen. De korte navelstreng zit rond het hoofdje, maar Alinoë blijft zijn lijfje dicht bij het lichaam van Sabine houden zodat ze hem zonder veel moeite kan losmaken. Yacouba is er, wat een prachtige zoon erbij. Het is 18u12, amper 2u na die allereerste lichte krampen.


Het is al donker als Alinoë en ik samen het ziekenhuis buitenstappen, na de supersnelle, natuurlijke geboorte van Yacouba. De hormonen die in de kamer hingen, hebben op mij evengoed effect, want ik voel de adrenalineboost nog nawerken. Alinoë vertelt me hoeveel nood er is aan zelfstandige vroedvrouwen die thuisbevallingen en vroedvrouwgeleide bevallingen in het ziekenhuis doen. Ze zijn stilaan een uitstervend ras, terwijl ze echt uitzonderlijk werk verrichten. “Jij zou dat fantastisch doen met al de rust die je in de kamer brengt”, zegt ze mee. “En je weet al zoveel van bevallingen, denk er eens over na of je geen vroedvrouw wil worden.” Ze plant een zaadje dat af en toe wat begint te kiemen, en dat ik even vaak weer afdek met een potje. We zien wel wat de toekomst brengt …