Het alfabet van de bevalling

18/12/2021

BEVALFABET

Ik denk er al een tijdje aan om een alfabet rond bevallen te maken. Er zijn zoveel termen waar ik vroeger weinig vanaf wist en die nu, als geboortefotograaf en kersverse doula, tot mijn dagelijkse woordenschat beginnen te horen. Dus hier gaan we met het ‘Bevalfabet’: de letter A.⁠


A
Apgarscore. Het is het eerste examen voor je baby. Nog maar net uit de buik en je kleintje wordt al getest door de vroedvrouw, gynaecoloog of kinderarts. Niet één keer, maar drie keer: meteen na de geboorte, na vijf en na tien minuutjes. Je baby krijgt punten voor de kleur van de huid, ademhaling, hartslag, reactie op prikkels en spierspanning. Een lage eerste score is niet meteen reden tot ongerustheid, waarschijnlijk moet je baby nog even bekomen van de bevalling en wennen aan de omgeving. Daarom wordt de test ook méér dan 1 keer gedaan.

B
De letter B van mijn ‘Bevalfabet’: borstvoeding. ⁠
Als je erover nadenkt is het echt wel wonderlijk: het voedt, is overal beschikbaar en heeft altijd de juiste temperatuur: borstvoeding. Maar daar stopt de magie niet. Wist je dat je lichaam moedermelk aanpast aan de behoefte van je baby? Voor een pasgeborene ziet de samenstelling er helemaal anders uit dan bij een baby van enkele maanden oud. Je lichaam doet dat zelfs aan zo een sneltempo dat de moedermelk bij geen enkele voeding identiek hetzelfde is.⁠
Ik ben er zelf zeker geen expert in, maar wie dat wel is, is Els van de borstvoedingswinkel @boobsandblankets. Toen ik haar vroeg wat borstvoeding voor haar betekent, kreeg ik in een vingerknip een mooi, oprecht antwoord: ⁠”Borstvoeding vind ik het meest natuurlijke op aarde. Ik mis het nog elke dag. Ja, er zijn moeilijke momenten, maar alles staat of valt bij een goede begeleiding. Daarom begon ik zelf ook met Boobs & Blankets. Om workshops te geven over borstvoeding en om mama’s kolven te laten testen, want VOELEN is zo belangrijk. Net als vertrouwen in jezelf en in wat je lichaam kan.”⁠

C
Zegt het woord cervix je iets? Hij zit ver weggestopt in de onderbuik van een vrouwenlichaam, maar is tijdens het geboorteproces van cruciaal belang. En daarmee mag de cervix welverdiend de letter C vertegenwoordigen in het bevalfabet. ⁠
Een baarmoeder is een grote spier, met aan het uiteinde een ‘tuitje’: de cervix of baarmoederhals. Je kan het vergelijken met het uiteinde van een ballon. Tijdens je zwangerschap is die baarmoederhals 3 à 4cm lang en voelt hij even hard aan als het puntje van je neus. De stevig gesloten baarmoederhals zorgt ervoor dat je baby veilig blijft zitten, tot je lichaam besluit dat het tijd is om te bevallen. ⁠
We weten het allemaal, vooraleer we bevallen moeten we ’10cm hebben’. Maar er gebeurt veel meer: het is vooral de cervix die korter en zachter moet worden. Wat eerst een tuitje was en zo hard als een neusbeen, wordt stilaan zo zacht als een oorlel en verweekt dan volledig.
Na de bevalling zit de grote taak van de cervix erop. Terwijl jij de weken nadien stilaan herstelt, gaat de cervix weer langzaam sluiten en zijn stugge vorm met tuitje aannemen. ⁠

D
Ik keek met plezier uit naar de letter D van mijn bevalfabet: doula.
Onze (over)grootmoeders werden mama in een tijd waarin bevallen als iets heel natuurlijks werd aanzien. Tijdens hun weeën stonden ze er nooit alleen voor, maar werden ze omringd door andere ervaren vrouwen. Enkele generaties later is bevallen steeds meer gemedicaliseerd. Die medische vooruitgang heeft ervoor gezorgd dat we tijdens onze zwangerschappen fantastisch opgevolgd worden. Maar soms lijken we te vergeten dat een kind krijgen, nog altijd even natuurlijk is als toen.
Bevallen doen we in België intussen meestal in een ziekenhuis. Elke vroedvrouw zou het liefst tijdens de volledige bevalling bij een mama blijven, maar in de praktijk loopt het meestal niet zo. Bevallen kan daardoor soms onverwachts eenzaam zijn. Wat een verschil met al die vrouwen van toen die een mama emotioneel ondersteunden. Net dat is de taak van een doula: er voor jou zijn vóór en tijdens je bevalling. ⁠
Een doula is er al een tijd vóór de bevalling, door jou te informeren en de angst voor de bevalling weg te nemen. Je kan met al je vragen en onzekerheden bij haar terecht. Tijdens de bevalling blijft ze aan je zijde, om je gerust te stellen, aan te moedigen, een rustige sfeer te creëren en jouw pijn te verlichten. Medische beslissingen of ingrepen horen daar niet bij, die worden exclusief genomen door je vroedvrouw en gynaecoloog. ⁠
Het mooie van dit hele verhaal? De constante steun van een doula tijdens je bevalling heeft heel wat fysieke en emotionele voordelen. Niet enkel voor jou als mama, maar ook voor je baby. Bevallingen met doula duren minder lang en tellen minder medische ingrepen (zoals bv. een epidurale verdoving, gebruik van de zuignap of een spoedkeizersnede). Mama’s die bevallen met een doula kijken bovendien vaker tevreden terug op hun bevalling. ⁠

E
Voor de letter E van het bevalfabet halen we er een spuitje bij: de epidurale verdoving of ruggenprik. Baringspijn is een unieke pijn die onder andere veroorzaakt wordt door de samentrekking van de baarmoederspier. Je kan het vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand: je voelt hem aan komen rollen, hij is het hevigst net voor hij omslaat, en nadien trekt de golf terug en komt er rust. Na een tijd worden de pauzes tussen de golven korter.
Ons lichaam zorgt intussen voor een natuurlijke pijnbestrijding: tijdens de bevalling wordt een hormonencocktail aangemaakt, waaronder pijnstillende endorfines. Hoe meer je in je eigen rustige bubbel raakt, hoe meer endorfines er vrijgegeven worden. Maar als de pijn te hevig is (bv. als een mama uitgeput is door een lange bevalling), dan is een epidurale verdoving mogelijk.
Zo’n ruggenprik is een injectie met verdovende medicijnen. Een anesthesist brengt een naald aan tussen de wervels van je onderrug, waarna er een dun plastic slangetje wordt doorgeschoven. De naald gaat weer uit je rug, maar het slangetje blijft zitten en wordt verbonden met een pomp die pijnstillende medicatie toedient. Aan de pomp zit ook een drukknop, waardoor je jezelf een gelimiteerde dosis medicatie kan toedienen.
Er zijn ook wat nadelen verbonden aan een epidurale verdoving: de ruggenprik blokkeert de aanmaak van de eigen hormonen in je lichaam. Als vrouw voel je ook minder goed wanneer er een perswee aankomt én de controle op je spieren vermindert: hierdoor kun je minder krachtig persen en is de kans op andere medische ingrepen groter. Het verdovende middel komt ook bij de baby terecht, waardoor je kindje na de bevalling nog wat suf kan zijn.
Er zijn allerlei manieren om beter om te gaan met pijn tijdens de bevalling, of methoden die ervoor zorgen dat je minder pijn hebt. Sta er zeker eens bij stil wat het best bij jou past.

F
Je kent vast de zachte plek boven op het hoofdje van een baby, waar de schedel nog niet is dichtgegroeid en je het hartje mee ziet kloppen. Daar gaat de letter F van het bevalfabet over: de fontanel. Of liever, de fontanellen. Want ook de kruin van een babyhoofd heeft er ééntje, in de vorm van een kleine driehoek. ⁠
Dat een schedel bij de geboorte niet onmiddellijk gesloten is, heeft natuurlijk een reden. Het hoofd is het deel van een kind met de grootste diameter. Om door het bekken van de mama te geraken, schuiven de losse schedeldelen van een baby lichtjes over elkaar heen. De fontanellen zorgen er dus eigenlijk voor dat een hoofdje kan krimpen om de bevalling makkelijker te maken. Vroedvrouwen en gynaecologen gebruiken de fontanellen ook als oriëntatiepunten. Als ze inwendig voelen aan het hoofd van een ongeboren kind, kunnen ze zo bepalen in welke houding de baby precies ligt. ⁠
Ook na de bevalling blijven de fontanellen van belang voor de ontwikkeling van een kind. Het babybrein ontwikkelt zich dan in een sneltempo en de fontanellen zorgen ervoor dat de schedel mee kan groeien. Pas na twee jaar is dit zachte deel van een babyhoofd volledig gesloten. ⁠

G
In fotografie is het uur net voor de zon ondergaat welbekend, maar ook een geboorte kent zo’n gouden uurtje. En het is al even magisch, daarom wijd ik er met plezier de letter G uit mijn bevalfabet aan. ⁠
Na negen maanden in een warme cocon te vertoeven, wordt je baby geboren. Voor die eerste ervaringen buiten de baarmoeder is er geen veiligere plek dan dicht bij mama. Je baby hoort je, ruikt je en voelt je hartslag. En alleen dat is al genoeg om zijn of haar stresshormoon te doen dalen na die intense ervaring van de bevalling. Het huid-op huidcontact zorgt er ook voor dat de temperatuur van je kindje wordt geregeld. En de zenuwuiteinden in je borst worden geprikkeld, waardoor de borstvoeding spontaan op gang komt. De geur van die allereerste melk heeft trouwens dezelfde geur als vruchtwater, waardoor ook dat weer heel vertrouwd is voor een pasgeborene. ⁠
Ook voor de mama heeft het huid-op-huidcontact voordelen. Als je baby dicht bij jou ligt, maak je het hormoon oxytocine aan, waardoor de baarmoeder samentrekt én de placenta makkelijker wordt uitgestoten. Bovendien helpt het ook jou ontspannen na de geboorte en beseffen hoe bijzonder dit moment is. ⁠
Lukt het perfecte gouden uurtje met de mama niet, bv. door een keizersnede? Weet dan dat ook huid-op-huidcontact met de papa heel waardevol is en dat je baby ook op die manier van een fijn eerste contact kan genieten.⁠
Laat het meten en wegen dus maar even voor wat het is, zodat het eerste uur zo rustig mogelijk verloopt. Liefst met zo weinig prikkels en bij zacht licht, om er een magisch uurtje van te maken … ⁠

H
Braxton-Hicks-contracties zeggen je waarschijnlijk weinig (tenzij je net als ik veel naar Grey’s Anatomy kijkt 😁), maar harde buiken misschien wel: de letter H in ons bevalfabet. ⁠
Een baarmoeder is een grote spier die net als je andere spieren kan aanspannen. De samentrekking van die spier voelt als een harde buik. Als je je handen ter hoogte van je onderbuik houdt, kun je de baarmoeder op dat moment voelen verharden. Dit soort ‘oefenweeën’ kan zich al vanaf de 24e week van je zwangerschap voordoen.⁠
Harde buiken duren meestal minder dan één minuut en nemen niet toe in duur of intensiteit. In tegenstelling tot echte weeën zijn ze geen signaal voor het begin van de bevalling. Je hoeft je dus niet ongerust te maken als je er last van hebt, ze zorgen niet voor ontsluiting. Het is wel een goed idee om het wat rustiger aan te doen als je er dagelijks last van hebt. Neem een bad, een warme douche of een kersenpitkussentje. ⁠
Hoe dichter je bij je uitgerekende datum komt, hoe vaker je last kunt krijgen van harde buiken. Zeker in de laatste weken van je zwangerschap zijn ze helemaal normaal. Uiteindelijk gaan de voorweeën dan over naar ontsluitingsweeën.

I
In België wordt maar liefst een kwart van alle bevallingen kunstmatig opgewekt. De letter I uit mijn bevalfabet zal voor velen onder jullie dan ook geen onbekende zijn: de inductie of inleiding. De redenen zijn uiteenlopend: ‘over tijd zijn’ is een belangrijke, net als gebroken vliezen hebben zonder dat de weeën spontaan op gang komen. Ook wanneer een baby onvoldoende groeit of als de mama een zwangerschapsvergiftiging of -diabetes heeft, wordt vaak voor een inductie gekozen. ⁠
Een bevalling ‘op afspraak’ komt natuurlijk niet zomaar op gang. Vaak is de baarmoedermond nog stug en hard. Om die net zacht en week te maken, kunnen hormonen in de vorm van een vaginale gel of tabletten helpen, net als een ingebrachte ballonkatheter. Van zodra de baarmoedermond voldoende ontsloten is, kan de vroedvrouw of gynaecoloog de vliezen breken. Dat brengt de weeën meestal stilaan op gang, maar vaak is er nog een extra zetje nodig. ⁠
Dat zetje komt er in de vorm van een baxter met Syntocinon. Tijdens een bevalling maakt ons lichaam oxytocine aan, dat de weeën versterkt. Bij een inleiding krijgt een mama de synthetische vorm van dit hormoon. Stap voor stap wordt de dosering verhoogd, waardoor de weeën heviger worden. ⁠
Bij een volledig natuurlijke bevalling zorgt oxytocine er voor dat een barende vrouw ook natuurlijke pijnstillende stoffen aanmaakt. Bij kunstmatige hormonen is dat veel minder het geval. Ingeleide weeën voelen hierdoor veel pijnlijker aan dan contracties die spontaan op gang komen. Opgewekte weeën kunnen ook heel sterk zijn en vaak heb je minder tijd om er aan te wennen dan wanneer een bevalling spontaan begint. Dat is ook meteen de reden waarom vrouwen bij een inductie sneller kiezen voor een epidurale verdoving. ⁠

J
De letter J van het bevalfabet, daar vond ik niet onmiddellijk een gepast woord bij …. Een kleine Instagram-poll leverde wel wat inspiratie op: jammeren, jojo van emoties, jetlag, juichen, jodelen, … Maar wat jullie het vaakst stuurden was janken. Want de roze wolk, die is er gewoon heel vaak niet…
Als ik even mijn ogen sluit en nadenk over hoe de roze wolk er uitziet, is het zo: leuke babykleertjes, de net-ingesmeerde-babygeur, wandelingen in de lentezon met een slapende baby. Maar er is ook een andere kant. Nu het kind waar je zo hard naar verlangde er eindelijk is, voel je je ellendig. Je bent moe, onrustig en hebt huilbuien (omdat je niet meer zwanger bent, omdat mensen je zeggen dat ‘ze zo snel groot zijn’, omdat je lichaam gewoon nog pijn doet). En intussen komt de roze wolk ergens in de verte voorbij, tussen de tranen en de twijfels door.
De lichamelijke veranderingen die we als vrouw ondergaan tijdens een zwangerschap en bevalling zijn immens groot. Het vraagt fysiek veel om een kind te dragen en op de wereld te brengen. Daarvan bekomen heeft echt wel zijn tijd nodig. Zeker als een bevalling niet liep zoals we verwacht hadden en er medische ingrepen nodig waren. En dan zijn er die hormonen: bij de geboorte van de placenta stopt de hoge productie van oestrogeen en progesteron, wat mee zorgt voor die babyblues.
Ook emotioneel heb je wel wat te verduren: een kind krijgen, ontregelt je leven compleet. Van de ene op de andere dag rust er een totaal nieuwe verantwoordelijkheid op je schouders: voor dat kleine leven, de rest van je leven. Je komt in een periode waarin eten, douchen en slapen geen prioriteit meer zijn. En in plaats van te genieten, staat je automatische piloot aan. We moeten als mama ook zoveel: snel weer de draad opnemen, instictief weten wat je baby doet huilen, er elke dag staan. En vooral niet huilen, klagen of breken.
Neem vooral alle tijd die je nodig hebt. Je hoeft echt niet altijd de wereld aan te kunnen.
Er komt een moment waarop je weer tijd hebt om langer dan 5 minuten te ontbijten. Met versgewassen haar en in kleren die niet ruiken naar zure melk. En tot het zover is, is er niets mis met wat flink janken af en toe. ❤️

K
Een voor de hand liggende K bij ons bevalfabet: de keizersnede of sectio. ⁠
Vaak is het tijdens de zwangerschap al duidelijk dat je baby via een keizersnede ter wereld zal komen: bv. als je kindje dwars ligt, of wanneer de placenta de doorgang blokkeert. Maar ook tijdens een vaginale bevalling kan de gynaecoloog beslissen om een spoedkeizersnede uit te voeren, als jijzelf of je baby in nood zijn. ⁠
Een sectio begint met het plaatsen van een spinale of epidurale verdoving, waardoor een mama de geboorte van haar baby bewust kan meemaken. Enkel bij een spoedkeizersnede kiest men soms voor een volledige narcose om tijd te winnen. De gynaecoloog maakt een bikinisnede van ongeveer 15 cm, schuift de lange buikspieren opzij, opent de buikholte en tilt je baby eruit. Dat gaat verbazingwekkend snel: na een kwartiertje kun je de eerste schreeuw al horen. De gynaecoloog sluit vervolgens de baarmoeder en hecht de verschillende lagen van de buikwand. ⁠
Er zijn steeds meer initiatieven om de natuurlijke geboorte in het steriele operatiekwartier zoveel mogelijk te benaderen, via een gentle sectio. Een mama ziet haar kind dan geboren worden dankzij een transparante doek tussen haar buik en hoofd. Tijdens het hechten wordt de baby op de borst van de mama gelegd (ipv meegenomen voor een uitgebreide controle). De gynaecoloog neemt ook de tijd om de navelstreng door te knippen, zodat de baby nog zuurstof- en ijzerrijk bloed uit de placenta krijgt. En ook tijdens het verblijf op de recovery blijft de baby bij de mama. ⁠
Maar er kan nog meer: in sommige gevallen laat de gynaecoloog de baby zelf naar buiten kruipen, geduwd door het samentrekken van de baarmoeder. De eerste ademhaling verloopt daardoor heel rustig. Bij een maternal assisted gentle sectio kun je als mama je baby zelf aanpakken en bij je nemen. ⁠
Een gentle sectio vraagt een uitgebreider team in het operatiekwartier en is daardoor bij een spoedkeizersnede vaak geen optie. Het is ook nog niet overal ingeburgerd. Bespreek dus zeker met je gynaecoloog wat er mogelijk is in het ziekenhuis waar jij wil bevallen. ⁠

L
Een lotusbevalling, de letter L uit het bevalfabet, is in Vlaanderen vrij onbekend. In de meeste gevallen wordt de navelstreng, die de baby met de placenta verbindt, enkele minuten na de geboorte doorgeknipt. Maar heel af en toe kiezen ouders er voor om dat niet te doen. De baby blijft dan verbonden met het orgaan tot de navelstreng na een weekje vanzelf loslaat. Gedurende die tijd bewaren ze de placenta in een mand of zakje. ⁠
Bij een lotusbevalling heeft het bloed uit de placenta alle tijd om volledig terug naar de baby te stromen. In een placenta bevindt zich zo’n 30 tot 40% van het totale bloedvolume van een baby. Er komt dus heel wat zuurstof-, stamcel- en ijzerrijk bloed opnieuw bij de pasgeborene terecht. Daarnaast hechten ouders die kiezen voor een lotusgeboorte ook veel belang aan de energetische kant: de navelstreng onmiddellijk doorknippen, vinden ze voor een baby een onrustige ervaring. Bij een lotusgeboorte wordt de band tussen de placenta en de baby op een natuurlijke wijze doorbroken. ⁠
Vanuit praktisch oogpunt is een lotusbevalling een hele uitdaging. Kleertjes aan- en uitdoen terwijl je rekening moet houden met een navelstreng is toch net wat moeilijker. Na een paar dagen ruikt een placenta ook niet meer zo fris, maar hem bedekken met zout (om uit te drogen) en bloemen kan dan wel helpen. ⁠
Een halve lotusgeboorte is een mooi alternatief. Hier wordt de navelstreng niet onmiddellijk na de bevalling doorgeknipt, maar een paar uurtjes later, in alle rust. Zo heb je alle voordelen van een lotusbevalling en kun je van het doorknippen van de navelstreng nog een heel bewust moment maken (zoals bij @caromama_doula op de foto ❤️).⁠

M
De inhoud van de allereerste pamper van een baby is altijd een beetje een verrassing: donkergroen tot zwart, geurloos en vooral heel kleverig. Die eerste stoelgang noemen we meconium, de letter M uit het bevalfabet. In de baarmoeder slikt een baby vruchtwater met afvalstoffen, slijm en bloedresten in, wat voor het bijzondere tintje zorgt. Na enkele dagen borst- of flesvoeding, verandert de kleur naar okergeel. ⁠
Meconium wordt al vroeg tijdens de zwangerschap geproduceerd: bij een foetus van 10 weken oud belanden er al kleine hoeveelheden stoelgang in het vruchtwater. Doordat een baby datzelfde water drinkt, wordt het ook weer gereinigd. Dat klinkt vies, maar eigenlijk is dit een ideale training voor het ademhalings- en spijsverteringsstelsel. Vanaf 20 weken zwangerschap is de anusspier voldoende ontwikkeld en verliest een baby minder stoelgang, waardoor het vruchtwater helder blijft. Dit blijft meestal zo tot het einde van de zwangerschap. ⁠
Meestal dus, maar niet altijd. Bij een zwangerschap van meer dan 42 weken gebeurt het vaak dat vruchtwater niet meer helder is wanneer het breekt, maar eerder groenig of bruin. Dat kan betekenen dat de baby volgroeid is en de darmen rijp zijn. Maar het kan ook een teken zijn van zuurstoftekort of stress bij een baby, waardoor die in een reflex zijn darmen leegmaakt.
Meestal is meconium in het vruchtwater geen probleem voor de gezondheid van een baby, maar de zwangerschap en de bevalling zullen extra worden opgevolgd. ⁠

N
De navelstreng: tijdens de zwangerschap is het de verbinding tussen jou en je baby. Een mooiere letter N kon ik voor het bevalfabet niet bedenken.⁠
Er is voor de navelstreng een belangrijke functie weggelegd: in de maanden voor de bevalling regelt hij de bloedtoevoer en -afvoer naar je baby. Dit verloopt via een ader en twee slagaders. De ader brengt voedings- en zuurstofrijk bloed van de placenta naar de baby. Het zuurstofarm bloed en de afvalstoffen worden nadien afgevoerd via de twee slagaders. ⁠
Een navelstreng is behoorlijk lang. Aan het einde van de zwangerschap kan hij een lengte van 50cm tot 1m hebben en is hij ongeveer 2cm dik. Hij voelt stug en rubberachtig aan, waardoor hij niet snel kan worden afgekneld. Ook niet als er een knoop in komt of als je baby er in knijpt. ⁠
Na de geboorte blijft de navelstreng nog even zijn werk doen. Als je hem op dat moment tussen je vingertoppen neemt, voel je de hartslag nog kloppen. Het is pas enkele minuten na de bevalling, als je geen pulsaties meer voelt en de navelstreng dus helemaal is uitgeklopt, dat er geen bloed meer van de placenta naar de baby stroomt. ⁠
Na het doorknippen van de navelstreng blijft er nog een navelstompje zitten. Het is pas 1 à 2 weken na de bevalling dat het intussen zwarte en verschrompelde stompje loslaat. Wat overblijft is een litteken: de navel.⁠

O
Tijd voor wat magie met de letter O van het bevalfabet. Ik ga het hebben over oxytocine, ook wel bekend als het knuffelhormoon. ⁠
Het synoniem verklapt al waar het bij oxytocine om draait. Het is een belangrijke stof in je hersenen die wordt vrijgegeven als je je veilig en rustig voelt: bij een knuffel van je kinderen, wanneer je huisdier op je schoot komt kruipen of als je geniet van een massage. Ervaar je te weinig van dit soort aanrakingen, dan kan je last krijgen van huidhonger (en dat is iets wat we het afgelopen jaar allemaal wel in meer of mindere mate leerden kennen). ⁠
Oxytocine speelt ook een belangrijke rol bij het verloop van je bevalling: het zorgt ervoor dat de baarmoederspieren samentrekken. Je hersenen reageren daar na een tijdje op door endorfine aan te maken, een natuurlijke pijnstiller. Sterke weeën krijgen, hangt echt samen met veel oxytocine aanmaken. Dat doe je door helemaal in je eigen cocon te kruipen, in een gezellige omgeving met niet teveel licht, met veel massages en aanrakingen van je geboortepartner en muziek die je rustig maakt. Omgekeerd kunnen stress, veel licht en lawaai je weer helemaal uit die cocon halen, waardoor de weeën opnieuw gaan afzwakken. ⁠
Ook na de bevalling blijft het gelukshormoon stromen. Dan zorgt oxytocine ervoor dat de borstvoeding op gang komt, maar ook dat de placenta loslaat. Bij huid-op-huidcontact komt er zowel bij mama als baby knuffelhormoon vrij, wat zorgt voor hechting, rust en ontspanning.⁠

P
Wist je dat de placenta, de letter P uit het bevalfabet, een orgaan is? Een tijdelijk orgaan bovendien, want een vrouwenlichaam drijft het opnieuw uit als het niet meer van nut is. ⁠
De placenta wordt aangemaakt bij het begin van de zwangerschap en nestelt zich voor het einde van het eerste trimester op een plek in de baarmoeder. Waar precies? Dat maakt niet zoveel uit, zolang hij de uitgang maar niet blokkeert. ⁠
Met een spons kun je de placenta het best vergelijken, maar dan wel ééntje vol aders en slagaders. Hij bestaat uit twee delen: het moeder- en het kinderlijk deel. De zijde die vasthangt aan de baarmoeder neemt het bloed van de mama op. De andere kant is via de navelstreng verbonden met de baby. Elk deel heeft zijn eigen bloedsomloop, waardoor de bloedcirculatie van de mama nooit in contact komt met die van de baby. ⁠
Wat een placenta wel doorgeeft, zijn zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en antistoffen. Afvalstoffen gaan via dezelfde weg terug naar het lichaam van de mama. De placenta is ook een uitstekende barrière voor schadelijke stoffen, maar sommige stoffen zoals alcohol, nicotine en virussen laten zich hierdoor niet tegenhouden.⁠
Als de baby geboren wordt en de navelstreng uitgeklopt is, zit het werk van de placenta er op. De baarmoeder trekt opnieuw samen waardoor de placenta loslaat en samen met de navelstreng en de vliezen naar buiten komt. Soms lukt dat wat moeilijker en is een injectie met oxytocine nodig om de naweeën te stimuleren. Maar je baby aan de borst leggen, kan ook altijd al helpen.⁠
In de baarmoeder blijft een grote wonde achter op de plek waar de placenta zat. Vandaar het bloedverlies in de eerste dagen tot weken na de bevalling. ⁠

Q
Voor de allereerste keer zat ik helemaal in de knoop met mijn ‘bevalfabet’. Helemaal suf heb ik me gezocht, maar voor de letter Q kon ik echt niets bedenken. Ik heb dan maar besloten om er een throwback van te maken: terug naar 2018, toen ik een gratis reclamespot kreeg van Q-music. Yes, een Q! ⁠
Maarten en Dorothee belden me op toen ik net uit het operatiekwartier kwam na een keizersnede, waardoor ik van de ene adrenalinestoot in de andere terechtkwam. Mijn eerste jaar als geboortefotograaf zat er toen net op, en hoewel zo een spotje natuurlijk vooral grappig is, kreeg ik superveel reacties. Het is één van die vele kleine dingen die er samen voor zorgden dat ik van geboortefotografie mijn beroep kon maken. Soul, de pasgeborene van die dag met het memorabele gewicht van 5kg, blaast intussen al bijna 3 kaarsjes uit. Na haar volgden er nog veel eerste schreeuwtjes waar ik bij mocht zijn, en ik koester ze stuk voor stuk. ⁠
Benieuwd naar het spotje? Je kan het beluisteren via het menu Kathleen / Pers.

R
‘Ring of fire’, dat klinkt toch helemaal als een aflevering van één of andere avontuurlijke serie? De realiteit is even spannend (letterlijk dan): de letter R van het bevalfabet is de fase van de bevalling waarin ‘het hoofdje staat’.⁠
Van zodra je 10cm ontsluiting hebt, wordt je baby door het geboortekanaal naar buiten geduwd. Dat kan even duren: het hoofd schuift op, maar tussen de weeën door glijdt het telkens weer terug. Twee stappen vooruit, ééntje terug … tot je baby niet meer terugveert. Het hoofdje staat, en het blijft ook zo staan tussen twee weeën door. Het perineum (de huid tussen vagina en anus) krijgt intussen de tijd om uit te rekken, waardoor de kans op scheuren verkleint en het hoofd rustig geboren kan worden. Met een warme doek kan de vroedvrouw of gynaecoloog helpen om het perineum nog verder te laten ontspannen en rekken.⁠
Tijdens de ring of fire zit de grootste omvang van het hoofd door de vagina, en die voelt hierdoor helemaal gespannen en branderig. Je wil die baby er nu uit! Het goede nieuws is dat je er ook bijna bent. Voel je de brandende ring of fire, dan weet je dat je kindje bijna kan vasthouden. ⁠

S
De meeste baby’s worden geboren met het hoofd naar beneden. Dit is de ideale positie, omdat het grootste deel van de baby dan als eerste door het geboortekanaal kan. De letter ‘S’ van ons bevalfabet gaat over die 3% waar niet het hoofdje als eerste klaarzit, maar de billen of de voetjes: de stuitligging. ⁠
Een baby kan op 4 verschillende manieren ‘in stuit’ liggen: met de beentjes omhoog langs het lichaam (onvolkomen), in een soort kleermakerszit (volkomen), met 1 beentje omhoog en het andere gebogen (half onvolkomen) of met gestrekte beentjes (voetligging).
Er zijn verschillende manieren om een baby een zetje te geven om nog te draaien. Moxatherapie, een vorm van acupunctuur, is er één van. De Spinning Babies-methode bestaat dan weer uit oefeningen voor een goeie bekkenstand en ruimte in je buik en bekken. Een baby krijgt hierdoor net iets meer plaats om te draaien.⁠
Ook een uitwendige versie door de gynaecoloog is mogelijk. Met de handen duwt die de billen van de baby omhoog tot een dwarsligging. Als de versie lukt, beweegt de baby zelf verder naar hoofdligging. ⁠
Lukt draaien niet meer? Dan is op een natuurlijke manier bevallen soms nog mogelijk (maar dan sowieso in het ziekenhuis). In veel gevallen wordt een baby in stuit echter geboren via een keizersnede.⁠

T
De meeste baby’s worden geboren met het hoofd naar beneden. Dit is de ideale positie, omdat het grootste deel van de baby dan als eerste door het geboortekanaal kan. De letter ‘S’ van ons bevalfabet gaat over die 3% waar niet het hoofdje als eerste klaarzit, maar de billen of de voetjes: de stuitligging. ⁠
Een baby kan op 4 verschillende manieren ‘in stuit’ liggen: met de beentjes omhoog langs het lichaam (onvolkomen), in een soort kleermakerszit (volkomen), met 1 beentje omhoog en het andere gebogen (half onvolkomen) of met gestrekte beentjes (voetligging). ⁠
Er zijn verschillende manieren om een baby een zetje te geven om nog te draaien. Moxatherapie, een vorm van acupunctuur, is er één van. De Spinning Babies-methode bestaat dan weer uit oefeningen voor een goeie bekkenstand en ruimte in je buik en bekken. Een baby krijgt hierdoor net iets meer plaats om te draaien.⁠
Ook een uitwendige versie door de gynaecoloog is mogelijk. Met de handen duwt die de billen van de baby omhoog tot een dwarsligging. Als de versie lukt, beweegt de baby zelf verder naar hoofdligging. ⁠
Lukt draaien niet meer? Dan is op een natuurlijke manier bevallen soms nog mogelijk (maar dan sowieso in het ziekenhuis). In veel gevallen wordt een baby in stuit echter geboren via een keizersnede.⁠

U
De uitgerekende datum, de letter U van het bevalfabet, geeft aan wanneer je ongeveer gaat bevallen. Die dag heeft iets magisch, maar uiteindelijk bevalt slechts 5% van alle vrouwen precies op dé datum die al maandenlang in hun hoofd speelt. Gaat hij voorbij zonder dat de baby zich laat zien, dan zeggen we dat we overtijd zijn. Maar eigenlijk is bevallen tussen de 37 en 42 weken heel normaal, en ga je pas écht overtijd als je na 42 weken nog steeds met een bolle buik rondloopt.⁠
Heb je een regelmatige menstruatiecyclus? Dan kun je de uigerekende datum perfect zelf bepalen. Je telt daarvoor 280 dagen (of 40 weken) op bij de eerste dag van je laatste menstruatie. De weken beginnen dus niet te tellen vanaf het moment van de bevruchting, maar wel vanaf het begin van je bloedingen. Ook al ben je op dat moment nog niet zwanger, toch worden de eerste weken ook al meegeteld. Het is de gynaecoloog die, met behulp van een echo, de officiële uitgerekende datum gaat vastleggen. ⁠
⁠(de foto werd gedeeld met toestemming van de vroedvrouw)

V
In Amerika wordt het omschreven als ‘birthday frosting’, omdat het een beetje op taartglazuur lijkt. Wij noemen het huidsmeer, maar voor de letter V van het bevalfabet gaan we voor de officiële naam: vernix. Het gaat om de witte, vette laag op de huid van pasgeborenen. Tijdens de zwangerschap zorgt die laag er voor dat het vruchtwater de huid niet kan binnendringen. Zonder vernix zou je baby geboren worden met een droge, rimpelige huid. ⁠
Het dient ook als een isolatielaag, die ervoor zorgt dat een baby zijn temperatuur kan vasthouden in de baarmoeder. Maar ook tijdens de bevalling is vernix nog steeds van nut. Op dat moment werkt het als een soort glijmiddel om de baby door het geboortekanaal te laten komen en daar beschermt het ook nog eens tegen bacterieën.⁠
Niet elke baby wordt met een grote hoeveelheid huidsmeer geboren. Bij baby’s die een paar weken te vroeg komen, is de vernixlaag nog wat dikker dan bij diegenen die na hun uitgerekende datum ter wereld komen. In de dagen na de geboorte neemt de huid de rest van de vernix op, je hoeft het dus zeker niet zelf af te vegen.

W
Het hebben over ‘weeën’ zou het meest logische zijn voor de letter W van het bevalfabet, maar ik ga er toch maar ‘wensen’ van maken.
Bij een bevalling kun je natuurlijk niet alles controleren, maar je kan wel het één en ander op een rijtje zetten. Het tot in de kleinste details plannen, zoals we bv. bij een huwelijk doen, hoeft natuurlijk niet. Maar door na te denken over wat jij écht belangrijk vindt, kun je wel rust en controle krijgen.
Om een geboorteplan met je wensen op te stellen, moet je eerst en vooral weten wat je zelf graag wil. Waar wil je het liefst bevallen? Thuis, in je vertrouwde omgeving, of liever in het ziekenhuis? Vlaanderen en Brussel tellen ook enkele geboortehuizen waar je kan bevallen in een minder klinische omgeving, misschien is dat wel iets voor jou?
Lijkt een onderwaterbevalling je wel iets? Wil je het liefst rechtstaan tijdens het persen? Of op een baarkruk zitten met je partner achter je? Of zijn de steunen van een bed in de verloskamer helemaal OK voor jou?
Mag de epidurale verdoving klaarliggen of hou je die het liefst zo ver mogelijk uit de buurt? En hoe zit het met die baxter om het proces een duwtje te geven?
Zelfs bij een geplande keizersnede kun je je geboortewensen met de gynaecoloog bespreken. Misschien is een gentle sectio wel mogelijk, waarbij je je kind geboren kan zien worden en je terwijl ze je buik hechten al kan cocoonen.
Ook met de sfeer kun je op voorhand al rekening houden. Een verloskamer is een heel klinische omgeving, maar wat sfeerlichtjes, een eigen Spotify-afspeellijst, een kadertje met een vakantiefoto en je eigen kussen kunnen allemaal helpen om er toch wat warmte en gezelligheid te scheppen.
Heb je nog veel vragen of wil je weten of je wensen ook haalbaar of realistisch zijn? Bespreek ze dan zeker met je vroedvrouw, gynaecoloog of doula (of je geboortefotograaf als die net als ik ook doula is 😊).
En misschien wel het belangrijkste: een geboorteplan is geen lijstje met eisen, het bestaat echt uit wensen. Omdat elke bevalling toch weer anders verloopt, is er altijd een kans dat niet alles volgens plan verloopt. Maar waar het mogelijk is, zullen jouw wensen gerespecteerd worden.

X
Voor één keer geen letter maar een cijfer in het bevalfabet: de X van de X-de maand. Na 9 maanden zwangerschap vorm je eindelijk samen een gezin en ben je klaar voor de roze wolk. Net op dat moment volgt vaak een periode die je niet had verwacht: met tranen, te korte nachten en een lichaam dat nog moet herstellen van de bevalling. ⁠
De gouden tip: wees lief voor jezelf. Alles wat op dat moment niet belangrijk is, kan je laten rusten. Make-up, stofzuigen, strijken en uitgebreid koken, het hoeft allemaal even niet. Elk uur waarop je bij kan slapen, mag je ten volle benutten.⁠
Tot 8 op de 10 mama’s hebben enkele dagen na hun bevalling ook last van baby blues. Het is een periode waarin je alle emoties tegelijk voelt: vreugde en trots maar ook een beklemmend gevoel en angst. Je huilt zonder duidelijke reden (al weten we eigenlijk wel dat hormonen hier de boosdoeners zijn).⁠
Ook je lichaam moet nog herstellen van de bevalling. De baarmoeder heeft nog een aantal dagen tijd nodig om terug te keren naar zijn oorspronkelijke staat. Van het formaat van een watermeloen moet hij weer helemaal krimpen naar de grootte van een mandarijn. Tot 6 weken na de bevalling kun je ook last hebben van bloedverlies, door de wonde in de baarmoeder op de plaats waar de placenta zat. ⁠
In de periode na de bevalling kun je je laten ondersteunen in je herstel. Je vrienden en familie kunnen een meal train opzetten, waardoor er elke avond warm eten klaarstaat. Maar je kan je ook laten verwennen met ontspannende massages, aromatische voetbaden en andere eeuwenoude herstellende behandelingen (zoals bv. Belly Binding, een traditionele manier van het inbinden van de buik). ⁠

Y
We komen stilaan aan het einde van het bevalfabet en dus mag het al wat rustiger gaan, met de Y van Yoga. ⁠
Tijdens een zwangerschap is het sowieso een goed idee om al eens een yogamatje uit te rollen, ook al ben je er nog een echte leek in. Zowel op fysiek als op geestelijk vlak heeft bewust bewegen en ademen tal van voordelen. ⁠
Door yogahoudingen uit te voeren, ontwikkel je je spieren, pezen en bindweefsel. Tijdens de zwangerschap kantelt je bekken vaak iets meer naar voren. Regelmatig aan yoga doen, kan helpen om die houding weer te verbeteren en klachten zoals rugpijn te verhelpen. ⁠
Daarnaast zorgt yoga ook voor rust en ontspanning, iets wat in onze drukke westerse maatschappij al eens vergeten wordt. Altijd nog een tandje bijsteken, veel doen en vooral niet opgeven is onze tweede natuur. Op de yogamat staan creëert tussen al die drukte wat rustmomenten om lichaam en geest te laten ontspannen. ⁠
Ademhaling is sowieso al een groot aandachtspunt bij yoga en bij zwangerschapsyoga is dit nog meer het geval. Je leert er ademhalingstechnieken aan om te ontspannen en om de weeën op te vangen. ⁠
Yoga is een vorm van bewegen waar je een verbinding maakt tussen lichaam en geest, maar ook met je ongeboren kind kun je op deze manier contact zoeken. Ga maar eens ontspannen zitten, adem rustig en leg je handen op je buik. De kans is groot dat je kindje naar je hand zwemt. ⁠
Ook de mentale voordelen mogen we niet uit het oog verliezen. Naar je lichaam luisteren en erop vertrouwen maakt ook dat je steviger in je schoenen staat en beter kan aangeven wat je wel of niet wil tijdens je zwangerschap en de bevalling. Zo geef je jezelf en je baby het mooiste wat er is. ⁠

Z
We zijn helemaal tot aan de Z van het bevalfabet gekomen. Om af te sluiten heb ik het meest toepasselijke woord gevonden: zen. ⁠
Je kan je nog zoveel voorbereiden op de dag van de bevalling (zeker ook doen) en je kan je voorstellingen maken over hoe je arbeid gaat verlopen, maar uiteindelijk is datgene wat de dag zelf het beste werkt helemaal zen worden. Kies een omgeving waar je je veilig voelt (misschien is dat voor jou thuis, of net in het ziekenhuis), dim de lichten in de kamer, maak een rustige Spotify-lijst klaar, voorzie je eigen hoofdkussen en hou foto’s of quotes in de buurt. Zorg dat het lekker warm is in de ruimte. Omring je met mensen die kalmte in de kamer brengen. Knuffel met je partner. Kruip in bad, hang op een bal, ga wat wandelen als je daar nog zin in hebt. Maar zet het rationele deeltje van jezelf uit. Als je nadenkt over hoeveel centimeter ontsluiting je nu precies al hebt, of over hoeveel uur werken je nog voor de boeg hebt, dan ben je aan het denken in plaats van aan het bevallen. En die twee gaan nu éénmaal niet goed samen. Eigenlijk moet je je hoofd ‘uitzetten’ en je lichaam ‘aan’ door je denkende brein zo min mogelijk te prikkelen en de weeën hun werk te laten doen. ⁠

En niet vergeten, today is a good day ❤️⁠


SHARE THIS STORY